reageer

Verklaring M31-netwerk NL ten aanzien van contacten met gemeente en politie

Tijdens de voorbereidingen van de demonstratie in het kader van de Europese actiedag tegen kapitalisme heeft de voorbereidingsgroep besloten te proberen een onderhoud met de gemeente en de politie te houden om een aantal afspraken te maken over het verloop van de demonstratie. Wij vinden het belangrijk dat we deze informatie en onze motivering, afwegingen en ervaringen delen, zodat mensen die in de toekomst een demo willen organiseren dit mee kunnen nemen in hun voorbereiding.

Door M31-netwerk NL

We willen wel benadrukken dat we hiermee geen pleidooi willen voeren om bij elke demonstratie of actie in overleg te gaan met de autoriteiten. Wel in tegendeel: wij vinden dat bij een demonstratie aan de hand van de gestelde doelen van de demonstratie een afweging gemaakt moet worden over het al dan niet ‘in ‘overleg’ gaan’. De afweging die wij maakten was of het middel in overeenstemming was met het doel van de demonstratie.

Belangrijk om mee te nemen is dat de ervaringen van 31 maart in Utrecht en de gesprekken met gemeente en politie een vertekend beeld kunnen geven. Op het moment dat wij de demo aan het organiseren waren, lag de burgemeester (Wolfsen) onder vuur nadat hij de afgelopen jaren de ene ‘blunder’ na de andere maakte. De politiek was er dus op gebrand dat er geen incidenten zouden gebeuren tijdens deze demonstratie. Naar onze inschatting heeft dit ook meegespeeld bij de autoriteiten in het bepalen van hun beleid.

Tot slot willen we ook nog waarschuwen voor de gevaren van het contact met de autoriteiten zoals wij dat hebben vormgegeven. De gemeente en de politie zouden kunnen stellen dat het optreden van de politie op 1 mei 2011 in Utrecht zijn vruchten heeft afgeworpen. Men zou ook kunnen stellen dat de politie en de autoriteiten toekomstige demonstraties zullen opleggen om óók in overleg te gaan en gelijkaardige afspraken te maken, omdat dat een garantie zou zijn voor een goed afloop, met als bewijs de M31-demonstratie. Trap hier niet in en ga uit van je eigen organisatiekracht en inschattingsvermogen over wat een demonstratie nodig heeft en hoe deze georganiseerd moet worden. Uiteindelijk zijn het de mensen van de demonstratie die de demo maken tot wat het is, niet de politie en de autoriteiten. Verder kun je als organisatie klem komen te staan tussen aan de ene kant de demonstranten of actievoerders en aan de andere kant de autoriteiten en dat mag nooit de bedoeling zijn.

Een klein beetje juridische achtergrond
Iedereen heeft het recht om te demonstreren. De overheid wordt door de grondwet belast met twee vereisten: ze mag geen maatregelen treffen om het demonstratierecht te beperken én ze moet actief voorzieningen treffen zodat het demonstratierecht uitgeoefend kan worden. In dit kader wordt de meldingsplicht gezien. Door middel van APV’s kan de gemeente specifieke eisen stellen ten aanzien van de aanmelding van een demonstratie. Een demonstratie of manifestatie moet binnen een bepaalde termijn aangemeld worden zodat de autoriteiten die maatregelen kunnen treffen die nodig zijn om het demonstratierecht te kunnen uitoefenen. Een andere taak die de politie heeft, is er op toezien dat alles ordelijk en volgens de wet verloopt.

De meldingsplicht is echter niet absoluut. Er zijn omstandigheden waarvoor de meldingsplicht niet geldt, zoals demonstraties die snel inspelen op de actualiteit. In 2007 is er een lezenswaardig rapport van de ombudsman verschenen over het demonstratierecht. [1]

Als een demonstratie is aangemeld moeten de autoriteiten er dus voor zorgen dat de demonstratie goed verloopt. Om te weten welke maatregelen de gemeente hiervoor moet treffen, vraagt ze naar bepaalde informatie zoals de omvang van de demonstratie, het geluidsniveau, of er onderweg gestopt zal worden, wat er aan wagens en dergelijke wordt meegevoerd, welke maatregelen de organisatie neemt opdat alles goed zou verlopen, enzovoorts. Hiervoor vraagt de gemeente vaak nog een gesprek aan, maar zover we hebben kunnen nagaan is dat niet verplicht. De autoriteiten maken aan de hand van de informatie die ze wel of niet hebben een inschatting over de te nemen maatregelen

Het spanningsveld dat tijdens demonstraties bestaat tussen autoriteiten en demonstranten is dat de politie er ook op moet toezien dat er geen onwettige dingen gebeuren en dat de openbare orde gewaarborgd blijft. De politie beoordeelt dan welke maatregelen ze moet treffen om de wet te handhaven en de openbare orde te bewaren. Hiervoor zou de burgemeester verordeningen kunnen uitspreken.

Als anti-autoritairen denken wij dat je je niet moet laten leiden door wat de wet voorschrijft bij het organiseren van een demonstratie. We denken wel dat het belangrijk is dat bij het maken van bepaalde keuzes men zoveel als mogelijk bekend is met de door de autoriteiten opgestelde ‘spelregels’ en de mogelijke (juridische) consequenties. Ook belangrijk om mee te nemen, is dat de politie erg creatief omspringt met de ‘spelregels’ en er ook niet voor schroomt om die tijdens het spel te veranderen. Dus waakzaamheid en een gezonde scepsis zijn steeds geboden.

Onze overwegingen en het onderhoud
Met de M31-demonstratie hadden we twee belangrijke doelstellingen voorop gesteld. We wilden een demonstratie met een toegankelijk karakter en we wilden een situatie zoals met 1 mei 2011 in Utrecht voorkomen. Om deze doelen, en dan vooral de tweede hiervan, te realiseren vonden wij het onder andere nodig om onze demonstratie aan te melden bij de gemeente en een gesprek aan te gaan.

Voor het aanmelden heeft de gemeente Utrecht een aanmeldingsformulier. Je hoeft hier geen gebruik van te maken. De vragen uit het formulier kun je wel of niet invullen, je geeft hun de informatie waarvan jij denkt dat ze die nodig heeft, of waarvan jij denkt dat je die wilt delen. [2] Als de autoriteiten nog extra informatie wensen, dan proberen ze contact op te nemen met de organisatie. Dit formulier vragen ze je ook te ondertekenen. Kijk hiermee uit want, ze proberen degene die tekent zichzelf verantwoordelijk te laten stellen voor enige eventuele schade.

Wij wilden een gesprek met de autoriteiten om te eisen dat de politie zich terughoudend en de-escalerend zou opstellen. De geweldsescalatie tijdens de 1 mei-demo van 2011 valt volgens ons volledig toe te schrijven aan de keuzes die de politie toen heeft gemaakt, met name een buiten proportionele inzet van het politieapparaat. We werden hierbij gesteund door de uitspraak van de politierechter uit Utrecht in een rechtszaak tegen een van de demonstranten. [3] In het eerste gesprek dat we hadden met de autoriteiten werd de toon gezet voor de verdere relatie met de autoriteiten. Het was een gesprek dat zowel constructief als strijdbaar was.

Wij waren bereid toe te zeggen dat we als organisatie ervoor zouden zorgen dat de demonstratie bij elkaar zou blijven zodat het verkeer niet onnodig gehinderd zou worden en dat we mensen zouden aanspreken wanneer ze andere intenties zouden hebben dan waarvoor we hadden opgeroepen. Dit noemen de autoriteiten ‘ordedienst’ of ‘sfeerbeheer’. De mensen die deze taken vervullen, moeten niet als zodanig herkenbaar zijn. Voor ons was het verder niet ingewikkeld om toe te zeggen dat we eigen mensen rond zouden hebben lopen die de demonstratie begeleidden, aangezien we zelf graag een enigszins compacte demo wilden lopen en dat we mensen met een duidelijk een andere intentie dan waarvoor wij hebben opgeroepen daarop ook zelf wilden aanspreken.

Het gesprek was strijdbaar omdat de politie ons een verbod wilde opleggen voor vlaggenstokken en verstevigingen in spandoeken en wij daar duidelijk een grens trokken. Daarmee konden wij niet instemmen aangezien vlaggen en hun stokken een onderdeel zijn van het demonstratierecht. Dit werd nog eens ondersteund door een recente uitspraak van een rechter in Rotterdam, die voor de politie een leidraad zou moeten zijn. Daarbij was het ook zo dat de agent in spe in eerste instantie in het gesprek ons ook probeerde te provoceren door te spreken over begeleiding met ‘paardjes’ etc. Onze eis aan de politie om terughoudend en de-escalerend op te treden werd uiteindelijk met lichte druk van de kant van de gemeente toegezegd.

De gemeente heeft de politie wat betreft dat stokkenverbod eveneens teruggefloten en daags na het gesprek kregen we de toezegging dat er ‘geen beperkingen zouden worden opgelegd aan de demonstratie’. In een volgend gesprek hebben we aan de terughoudende en de-escalerende houding van de politie concrete invulling gegeven.

Er werd vastgelegd dat de demo enkel begeleid zou worden door platte petten, dat ME en agenten in burger niet zichtbaar aanwezig zouden zijn, dat er geen paarden, honden camerawagens zouden zijn. De autoriteiten verlangden verder van de organisatie dat we mensen met gezichtsbedekking hierop zouden aanspreken. Dit is toch een beperking geweest van de demonstratie die er op geniepige manier in de ‘afspraken’ is ingeslopen. Het is belangrijk om alles op papier te zetten en voor akkoord te laten ondertekenen door degene die de gesprekken heeft voorgezeten. Dit wil zeggen dat we notulen maakten van alle besprekingen, dat we e-mailcorrespondentie afdrukten en dat we telefonische communicatie op papier zetten en dit alles hebben laten ondertekenen.

Omdat voor ons een open en toegankelijk karakter van de demo belangrijk was, en naar onze mening gemaskerde gezichten daar geen bijdrage aan zouden leveren, waren we bereid mensen daarop aan te spreken, maar zouden we de keuze overlaten aan de desbetreffende mensen zelf om daar al dan niet gehoor aan te geven. Binnen de organisatie was er ook geen twijfel over dat we niemand zouden ‘uitleveren’ aan de autoriteiten, en als de politie iemand uit de demo zou willen plukken om wat voor reden dan ook, dat we dat niet zomaar zouden laten gebeuren.

Evaluatie van de demonstratie zelf
De politie heeft zich buiten verwachting aan de afspraken gehouden: er was een terughoudende en de-escalerende politiemacht op de been. Tijdens de demonstratie was er vanuit de politie en de organisatie een aanspreekpunt, waarlangs in principe alle communicatie zou verlopen. De politie zou zelf geen contact leggen met de demonstranten. Nog voor de demo startte, heeft het politiecontact wel zelf iemand aangesproken over gezichtsbedekking. Dat kwam die agent overigens achteraf wel zelf vertellen.

Voor de demo werden de verschillende afspraken nog eens doorgenomen en werd een manier van werken afgesproken, een protocol. De contactpersonen bleven bij elkaar in de buurt zodat contact snel gelegd kon worden en telefoonnummers werden uitgewisseld. Vanaf het begin werd er streng toegekeken of er geen gezichtsbedekking was. Bij elke vaststelling werden de contactpersonen van de organisatie gevraagd er iets over te zeggen. Zoals bij kleine kinderen vaak gebeurt, wordt er streng en consequent toegekeken om duidelijk een grens vast te leggen.

Na verloop van tijd gaf de contactpersoon van de politie aan dat het verbod op gezichtsbedekking niet verder zou worden gehandhaafd. De sfeer was goed, het contact was constructief, en ons goede gedrag werd beloond met iets meer ruimte. Verder zijn er geen incidenten geweest met de politie en het contact is tot aan het einde van de demo goed verlopen.

Behalve de verschillende principiële of ideologische bezwaren om met de autoriteiten te overleggen zijn er praktische of pragmatische overwegingen om een overleg niet a priori af te wijzen. Als het niet in strijd is met de doelen van de demonstratie is aanmelding van een demonstratie niet onoverkomelijk. Als de demonstratie bovendien open wordt aangekondigd, dan komen de autoriteiten er toch wel achter. Dan is een afweging die je kunt maken of je de autoriteiten er achter laat komen door een poster te plakken op het gemeentehuis dan wel een kennisgevingsformulier in te vullen. De wijze van kennisgeving heeft natuurlijk ook gevolgen voor de rest van het contact met de autoriteiten.

Verder zijn er weinig verschillende scenario’s denkbaar waar een onderhoud met de autoriteiten een meerwaarde zouden kunnen hebben. Het kan bijdragen aan het weghalen van ruis of aan het tot stand komen van een directere communicatie om misverstanden en dergelijke te voorkomen. Het is echter helemaal niet nodig noch verplicht om aan zo’n overleg deel te nemen. En wat er tijdens zo’n overleg allemaal aan bod komt en hoe dat wordt besproken bepaalt mede de indruk die de autoriteiten van je krijgen. Daarbij moet ook nog gezegd worden dat de zogenaamde ‘dialoog’ – wat toch al snel een éénrichtingsgesprek wordt vanuit de gemeente en de politie als ze denken dat ze je iets kunnen maken – zeker geen doel is in een uiteindelijk toch revolutionair anti-autoritaire strijd en dat dit enkel een gesprek moet zijn vanuit pragmatische overwegingen.

Noten:

[1] http://www.nationaleombudsman.nl/sites/default/files/rapport2007-290.pdf

[2] Kennisgevingsformulier Utrecht: http://www.utrecht.nl/images/DSB/Evenementen/Kennisgeving_betoging_manifestatie_demonstratie_2012.pdf

[3] http://www.georganiseerde-weldaad.nl/2012/03/06/grove-fouten-politieoptreden-1-mei-demonstratie/

, ,

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *