We mogen weer, hoera! Op 17 maart geeft het Koninkrijk der Nederlanden ons weer de gelegenheid om op een knopje te drukken of een rondje rood te maken. Daarmee mogen we dan mensen aanwijzen die ons vier jaar gaan vertegenwoordigen, beleid gaan maken namens ons, wetten gaan maken namens ons, een regering in het zadel helpen namens ons. Dat noemen zij democratie.
Probleempje: ze gaan vier jaar hun gang. In die vier jaar vragen ze ons niets. Vier jaar lang moeten wij maar weer afwachten wat we terugkrijgen voor die stem. Intussen lopen CEO’s en hun lobbyisten bij de politici in en uit om hun verlangens op tafel te leggen. Politici luisteren begripvol naar hen en zetten hun verlangens om in beleid. Als wij in een optocht ook maar een symbolische vinger wijzen naar de regeringsgebouwen in Den Haag, dan slaat de ME toe. Willen we naar binnen, dan meppen ze ons weg. Rijken hebben voortdurend toegang tot de gevestigde politiek. Wij hebben dat niet. We mogen geduldig wachten en intussen onze bek houden. Over vier jaar krijgen we weer een kans.
Politici in soorten
Sommige politici zijn gewoon cynische klootzakken. Dit zijn de VVD’ers die de wereld vervuilen en onleefbaar maken, de “Christenen” die LGBTQIA+ mensen het leven zuur proberen te maken en al die politici die het niets kan schelen dat er door hun beleid mensen verrekken en doodgaan die toevallig over de grens zijn geboren.
Veel politici nemen hun maatregelen openlijk ten gunste van de grote ondernemers. Ze maken van Nederland een belastingparadijs voor rijken en multinationals, maken van de milieuwetgeving een aanfluiting en zetten de rechten van zowel werkenden als uitkeringsgerechtigden op de tocht. Dit komt rechtstreeks ten goede aan de eigenaars en topmanagers van de grote bedrijven. Dat heeft een reden. Mochten deze politici vroeg of laat ‘om familieredenen’ hun functie neerleggen, dan hebben ze goodwill gewonnen bij diezelfde eigenaars en topmanagers. Een mooie adviseursbaan in het bedrijfsleven is dan een makkie. Politieke ambitie is hier gewoon onderdeel van een verdienmodel. Helemaal corrupt. En volstrekt legaal.
Maar er zijn ook politici met wie dat anders ligt. Die zijn wel degelijk oprecht. Die willen echt mooie dingen voor de mensen en de wereld: klimaatbeleid, anti-discriminatie, armoedebestrijding, gezondheidszorg en onderwijs voor iedereen. Ze winnen kiezers door mooie dingen te beloven. Maar ze maken hun beloften nooit waar. Deze mooie idealen zijn goed om voor te strijden, maar worden onmogelijk gemaakt door het systeem waar deze politici zich in bevinden.
Voor wie werkt de politiek in Den Haag?
Eenmaal gekozen moeten politici leunen op topambtenaren die de beste maatjes zijn met topondernemers. Die hoge ambtenaren hebben ze de hele dag om zich heen. Hun kiezers zien ze slechts af en toe. Drie keer raden wat zwaarder weegt.
Politici besturen een staat en die heeft geld nodig. Dat geld komt uit leningen waarvoor goodwill van grote financiers nodig is. Of uit belastingen, waar grote bedrijven geen zin in hebben. Die schuiven ze dus door naar ons, anders gezegd: die pakken ze uit onze portemonnee. Of het nou in de vorm van loonsbelasting, duurder openbaar vervoer of een eigen bijdrage voor de zorg is. Als er dus al eens iets aardigs gebeurt, worden de kosten door jou en door mij zelf opgehoest, niet door de CEO’s en de grootaandeelhouders, niet door de multinationals.
Vaak gebeurt er zo goed als niets omdat er ‘geen geld’ is. Lees: omdat de superrijken en de topbestuurders van de grote bedrijven het geen goed idee vinden. Als hun lobby niet werkt, kunnen ze de geldkraan dichtdraaien door economische chantage, zoals kapitaalvlucht waardoor werkloosheid groeit of snelle verkoop van aandelen zodat koersen instorten. De staat blijkt dus heel bruikbaar om grote bedrijven te bedienen. De staat blijkt niet bruikbaar om er serieuze maatschappelijke verbeteringen mee door te drukken zodra ondernemers – de grote, niet de groenteboer op de hoek – bezwaar maken. Je kunt stemmen wat je wilt, er verandert fundamenteel niets.
Maar we krijgen wel het gevoel dat we mee mogen beslissen. We krijgen zand in de ogen. Campagne voeren om politici verkozen te krijgen die echt mooie dingen willen, vergt inzet en kost energie. Energie die we niet kunnen besteden aan andere zaken. Energie, gestoken in politici die misschien wel willen doen waar we ze voor kiezen, maar die dat niet kunnen. Verloren moeite, in feite. Energieverspilling.
Maar wat dan?
De vraag is niet of we moeten stemmen of niet. De vraag is hoe we onszelf moeten organiseren. Hoe we in actie kunnen komen om onze doelen zelf te behalen. Dat kan heel klein beginnen. Voorbeelden zijn er genoeg.
Wat deden gekozen politici ooit om van Zwarte Piet af te komen? Honderd jaar lang helemaal niets. Twee zwarte mensen, Quinsy Gario en Jerry Afriyie, gingen in 2011 naar de Sinterklaasoptocht met een T-shirt: ‘Zwarte Piet = racisme’. De politie arresteerde ze met veel geweld. Maar de geest was uit de fles. Jaarlijkse demonstraties, uit elkaar gemept door politie, belaagd door fascisten, verspreidden de boodschap: Zwarte Piet = racisme. Dus Zwarte Piet moet weg. De discussie begon te kantelen, en het beleid kantelde uiteindelijk mee. Zwarte Piet is uit de landelijke intocht en een heleboel plaatselijke intochten inmiddels verdwenen.
Dit alles omdat twee mensen in 2011 zeiden: wij wachten niet meer. Wij gaan iets doen. Hoe ver zou de discussie zijn als deze mensen gezegd hadden: stem op ons, wij maken het in orde voor jullie?
Ander voorbeeld: woningnood. Er zijn genoeg bewoonbare gebouwen, maar alleen voor mensen met veel geld. Beloften om daar iets aan te doen halen soms verkiezingsprogramma’s en beleidsnota’s. Daar raken de goede bedoelingen doorgaans zoek. De huren mogen nog steeds jaarlijks omhoog. Sociale woningbouw – ooit opgezet door initiatief van mensen zelf, niet van politici – is inmiddels onderworpen aan marktwerking, voor zover de boel niet helemaal aan projectontwikkelaars is overgedaan. Als het nog even zo door gaat, zijn de wachttijden voor een huurwoning langer dan de gemiddelde levensverwachting.
Het antwoord? Kraken! Er staan panden leeg. Er zijn mensen zonder dak boven hun hoofd. Wat is er logischer dan dat die mensen in zo’n leeg pand gaan zitten? Ook hier geldt dat directe actie tegen een probleem dingen heeft bereikt die tientallen jaren verkiezingspolitiek doet verbleken. Door de druk van strijdbare krakers hebben gemeentes zich genoodzaakt gezien om aan de allereerste leegstand en speculatiepraktijken paal en perk te stellen. Nu de kraakbeweging is verzwakt, is de druk van de ketel en is ook de positie van huurders er op achteruit gegaan. Er is een reden voor dat kraakverbod: kraken werkt! Wederom: dat kun je van verkiezingen niet zeggen.
Een prachtvorm van directe actie is: een staking! Van weinig dingen worden directies zo nerveus. In februari 2021 kwam de directeur van de Limburgse omroep L1 met een nieuw privacyreglement. Hij wilde camera’s kunnen plaatsen op de werkplek van redacteuren en wilde ook inzagerecht in vertrouwelijke mails. Uit protest legden 70 van de 100 personeelsleden het werk neer. Kort erna maakte de directeur bekend dat de camera’s er niet kwamen. Het privacyreglement werd ingetrokken. Staken werkt.
Zelf in actie komen werkt. En dat is meer dan we van welke verkiezingscampagne dan ook zo kunnen zeggen. Dus wat je ook doet op verkiezingsdag – de echte strijd wordt buiten het stemhokje gevoerd. Die strijd doen we samen, die strijd doen we zelf. Daar hebben we geen politici voor nodig.
Voor tips over directe actie zie ook:
- https://nl.crimethinc.com/2017/03/14/direct-action-guide
- http://libcom.org/library/direct-action-introduction
- https://peterstormt.nl/anarchism-basic-concepts-and-ideas/
- https://nl.crimethinc.com/tce
- https://sub.media/video/trouble-24-organize-for-autonomy-mutual-aid/
- https://sub.media/video/what-is-direct-action/
- https://www.youtube.com/watch?v=a2nuF9IXnkg