Het eerste nummer van Buiten de Orde (BdO) van 2020 bestaat uit twee losse delen. In het eerste deel treft men veel informatie over allerlei actieonderwerpen, zoals gevangenen-ondersteuning, solidariteit, verzet van onderop. Daarnaast wordt men geïnformeerd over de Franse ‘gele hesjes’ en de contouren van een politiek alternatief voor de staat, over ‘Your Local Pirates’ (Joke kaviaar en Peter Storm). Tevens treft men een discussiestuk aan voor het Vrije Bond-congres van 11-13 september 2020. Daarin wordt over de draaideurfunctie van de Vrije Bond gesproken. Ik zou een andere beeldspraak gebruiken, mede gelet op het betoogde, en wel de openhuis-functie. Je gunt mensen een kijkje te nemen binnen de Vrije Bond…
Anti-validisme
Het tweede deel van BdO is geheel gewijd aan het thema. Dit keer is dat het anti-validisme. De term validisme, zo las ik elders, wordt gebruikt voor ‘discriminatie, marginalisering en stigmatisering van mensen met een functiebeperking op grond van hun lichamelijke en/of verstandelijke gesteldheid’. Ook wordt wel gesproken over ‘able-ism’ (to be able, in staat zijn) of ‘capacit-isme’ (capacity, capaciteit, vermogen om ergens mee om te gaan). Anti-validisme wijst deze vorm van discriminatie af en bestrijdt die. Dat anarchisten zich bij die afwijzing aansluiten, hoeft geen betoog.
De lezing van het tweede deel van BdO liet bij mij een associatie ontstaan met hetgeen ik ooit eens bij de Russische anarchist Peter Kropotkin tegenkwam. Dat was in een hoofdstuk in zijn In Russian and French Prisons (1887) [de tekst van het boek is op internet te downloaden: klik HIER]. Het gaat oorspronkelijk om een lezing die hij hield, waarvan de titel luidt ‘Zijn de gevangenissen noodzakelijk?’. Dit hoofdstuk is in het Nederlands vertaald en samen met enkele andere teksten gebundeld uitgegeven onder de titel Peter Kropotkin, Over wetten en gevangenissen (Kelderuitgeverij, Utrecht, 2016).
In het bedoelde hoofdstuk gaat Kropotkin in op de vraag wat zoal oorzaken van antisociale daden zijn. Hij werkt dat zo uit dat hij kan laten zien dat de gehele maatschappij verantwoordelijk is voor iedere antisociale daad. Maar let wel, dat komt niet ‘frei schwebend’ op. Als wachtwoord geldt, zo merkt hij op: ‘Verrijkt U!’, verbrijzelt alles wat zich op uw weg bevindt. Kortom, hij heeft het over de kapitalistische entourage van de maatschappij, zodat hij ook kan laten volgen: de mens is een product van het milieu waarin hij of zij opgroeit en zijn of haar leven doorbrengt. Dit betekent dat veel afhangt van hoe de maatschappij in elkaar is gestoken en welke misdrijven er vooral zullen voorkomen. Echter, zelfs in een perfecte maatschappij zullen er altijd wel een paar mensen zijn die van tijd tot tijd antisociale daden begaan. Onder hen bevinden zich ‘zieken’, aldus Kropotkin. Dit vormt bij hem de mogelijkheid om een zijstapje te maken: van gevangenissen naar ‘gestichten’, waar mensen onmenselijk worden behandeld.
En daar is Philippe Pinel (1745-1826), klinkt het bij Kropotkin als een klaroenstoot. Pinel studeerde medicijnen. Later raakte hij geïnteresseerd in de studie van geestesziekten. Eenmaal in de praktijk van de behandeling van geestelijk zieken beland, werkte hij toe naar een niet-medische benadering die een psychologische invalshoek kende. Het is langs die lijn dat hij geesteszieken letterlijk van hun (ijzeren) ketenen verloste. Kropotkin sluit de naam van Pinel kort met een verwijzing naar boeren in het Belgische dorpje Gheel. ‘Ja, boeren uit een dorpje in België en geen doctoren – benadrukt hij nog eens – die vonden iets beters [dan een gesticht en ketenen]. Zij zeiden: ‘Stuur ons uw gestoorden; wij zullen hen de volledige vrijheid geven’. Zij namen ze op in hun gezinnen, zij gaven hen een plaats aan hun houten tafels, een plaats in hun rijen om de moestuinen te bebouwen, een plaats te midden van de jeugd op de boerenfeesten. ‘Eet, werk, dans met ons, loop door de velden, wees vrij’!’ Kropotkin dan afsluitend: ‘Dit was het hele stelsel, de gehele wetenschap van de Belgische boer’.
Neurodiverse mensen
Waarom neem ik deze beschrijving uit 1887 over? Wel voor een groot deel vinden we een actuele en gemoderniseerde versie ervan terug in het themadeel van BdO onder de titel anti-validisme. Het artikel ‘Geestelijke gezondheidsstrijd tijdens het laat-kapitalisme’ levert de sociaaleconomische invalshoek voor het lijden van mensen aan stress en burn-out bijvoorbeeld. Gek word je van dat economische systeem. Vervolgens kom ik in diverse bijdragen verwijzingen tegen naar de kraakbeweging en bewoning van kraakpanden. Die staan erom bekend autonome ruimtes te creëren, zo maak ik op. De neurodiverse mensen, zoals ze kennelijk als verzamelnaam dragen – legt Karlijn Roex in haar bijdrage uit – kunnen juist in die omgeving tot hun recht komen. Het is die combinatie ook, die bij mij de associatie met de boeren uit Gheel opriep.
Het interview met Pieter in het tweede deel van BdO is eveneens herkenbaar: de rolstoel is niet zijn handicap, maar zijn hulpmiddel. Hij wil niet steeds hulp aangeboden krijgen, maar vraagt zelf wel om hulp. Ik moest onwillekeurig aan een scene denken in de film Scent of a woman waarin de acteur Al Pacino een blinde kolonel buitendienst speelt. Als een begeleider hem bij de arm vat, bij het instappen in een taxi, rukt hij zich los en bijt zijn begeleider toe dit nooit meer te doen. Hij kan zelf wel instappen en zo niet, ‘dan vraag ik je…’. Als anarchist kan je je ook wel eens vergissen, maar dat is één keer, want je weet dat de ander zijn of haar autonomie claimt. En daarmee is de kous af. En verder? Bij anti-validisme gaat het om afwijzen van discriminatie – even vanzelfsprekend.
Thom Holterman
Buiten de Orde, nummer 1, 2020, twee delen; deel I, 48 blz., deel II, thema, 48 blz., prijs, 3,50 euro.