1

1 mei 2011 Utrecht, veel repressie, nog steeds strijdbaar!

De mensen die gisteren op de 1 mei demonstratie in utrecht waren zullen de dag wel als uiterst bizar hebben ervaren, desondanks hebben enkele deelnemers hun ervaring opgschreven, bij deze de links naar Peter Storm en Doorbraak.

, , , , , ,

1 reacties op “1 mei 2011 Utrecht, veel repressie, nog steeds strijdbaar!

  • N.a.v. het repressieve geweld tegen de betogers in Utrecht.
    De arbeidersklasse draagt in principe geen geweld in zich.

    Op 1 mei heeft het repressieapparaat van de Nederlandse staat in Utrecht laten zien wat de andere kant is van het gezicht van een burgerlijke democratie. Niks geen vrijheid van meningsuiting, niks geen vrijheid van vereniging of vergadering, als het erop aan komt en de bourgeoisie geconfronteerd word met grote sociale bewegingen die haar macht bedreigen en de staat dreigen te vernietigen, valt ze net zo gemakkelijk terug op meest barbaarse vormen van repressie. Dat is waarvan de gebeurtenissen op 1 mei in Utrecht ons een voorafschaduwing hebben laten zien. Hiermee is geenszins gezegd dat de 250 demonstranten in Utrecht een bedreiging vormden voor de politieke macht van de heersende klasse. Het is voor ons allemaal beter om dat meteen maar uit ons hoofd te zetten. Want voor de bourgeoisie en haar staatsapparaat was de “optocht” van een paar honderd jongeren niet iets om van te schrikken en mogelijk zelfs een goede gelegenheid om haar repressie-apparaat weer eens in een daadwerkelijke praktijksituatie te testen.

    Waar moet de staat haar repressie-apparaat dan voor testen? Voor de sociale onrust die over de hele wereld steeds breder en omvangrijker wordt en ook Nederland niet onberoerd zal laten. Deze sociale onrust zal ze, zoals een “goede democratie betaamt” voornamelijk tegemoet treden met indoctrinatie, manipulatie, manoeuvres, misleiding en het aanpraten van illusies. Maar daar waar deze middelen tekort schieten, of daar waar deze middelen een aanvulling behoeven, moet ze haar repressie-apparaat achter de hand hebben om bij te springen. Zo werkt de democratische dictatuur waarin wij leven.

    Om te kunnen bevatten tegen welke achtergrond de gewelddadige confrontatie tussen de repressie van de staat en de betogers in Utrecht op 1 mei jongstleden begrepen moet worden, is een het beste om even terug te keren naar de gebeurtenissen die plaatsvonden in het voorjaar van 2006 in Frankrijk. Want die kunnen ons het beste laten zien wat het verschil is tussen, aan de ene kant, het optreden van (voornamelijk) jongeren op het terrein van de arbeidersklasse tegen de uitbuiting, de burgerlijke staat en haar repressieapparaat en, aan de andere kant, zij die tot het ‘einde’ door wilden gaan in een eventuele, maar hopeloze poging de respressiekrachten tot het uiterste te drijven.

    Toen de regering toegaf en zijn totaal onbillijk wetsontwerp introk, begreep de grote meerderheid van diegenen, die aan de strijd hadden deelgenomen, dat de strijd tijdelijk ten einde gekomen was, en dat deze in zijn huidige vorm beëindigd was. De tijd was gekomen om met z’n allen over de ontwikkeling van de strijd te debatteren teneinde er de wezenlijke lessen uit te kunnen trekken. Deze collectieve overdenking kon echter alleen maar plaatsvinden, als er onder de deelnemers aan die strijd dezelfde instelling van solidariteit kameraadschappelijkheid en eenheid behouden bleef, die er ook in de strijd was. Gedurende weken was er een waardige en voorbeeldige strijd gevoerd, met de organisatie van algemene vergaderingen, door een fractie van de arbeidersklasse, die van zichzelf geen geweld in zich draagt en ook niet hoefde te gebruiken.

    Kleine minderheden die desondanks, middels blokkades, ‘kost wat kost tot het uiterste wilden gaan’ leverden een strijd in de achterhoede. Hun acties waren, hoe dan ook, gedoemd te mislukken en riskeerden alleen maar verdeeldheid en spanningen op te roepen. Zoals gebeurde in de vakbondsdemonstratie van 16 maart waarin ‘kamikaze-achtige personen’ de demonstratie mochten binnendringen om hun kat-en-muis-spelletjes met de CRS (Franse oproerpolitie) te spelen. Daardoor konden de CRS er nog eens lustig op los slaan en hun boevenwagens vullen. De doordringende beelden van deze gewelddadige confrontaties leidde er vooral toe dat de angst voor de grote manifestatie van 18 maart toenam. Het resultaat was dat veel arbeiders en jongeren, die van plan waren om er aan deel te nemen, ervan terugschrokken uit angst betrokken te raken in dezelfde soort van gewelddadigheden.

    arjan

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *